Ik kijk in je ogen
en zie stormen
geen woorden
alleen vonken.
Je mond strak
je adem zwaar
je handen trillen
maar raken niets.
Je zwijgt luider dan schreeuwen
je blikt breekt de stilte
alles in jou
wil barsten.
Ik zie je
zoals je bent
niet slecht
maar geraakt.
De spiegel toont geen vijand
alleen pijn
die geen plek vond
om zacht te zijn.