Remco Campert

1929 / The Hague

ONZICHTBAAR

voor Deborah
Ach in Oostende
was het zo mooi
in het kleine hotel
in de regen.

Onbereikbaar was ik
die meneer zei de hotelhoudster
ah nee connais pas
nee die is al vertrokken
't is spijtig madame
c'est rien madame, telefonisch
tegen mijn geliefde.

Terwijl ik stond
in de hal van het station
verborgen achter het laatste nieuws
en gluurde naar de Engelse schoolmeisjes
met hun kleine knapzak
de schutkleur aannam
van de muur waartegen ik leunde

of 's nachts
in mijn zandkleurige regenjas
uitgeteld op het strand lag
zwaaiend naar de lichtjes
van de boot op Dover.

Ach meneer
ik dacht u was al vertrokken
we zagen u nooit
ook niet bij het ontbijt
wil ons toch vergeven
madame zal wel boos zijn en
het seizoen is al zo slecht.

Onzichtbaar dacht ik
ik ben onzichtbaar
en in een dodelijke vreugde werd één
met de gebloemde crapaud in de hotelgang
met de grauwe kasseien op het kerkplein
met de wielrenners op de verregende feestdag
met het poppetje van schelpen in de souvenirzaak

en met mijn geliefde
die voor het zekere het onzekere nam
en kwam.
80 Total read