We wilden licht meer licht
we kapten de boom die in zijn eigen verlangen
ons verlangen in de weg stond
de boom kermde kreunde kraakte
zijn laatste vezel scheurde
met een woedend ruisen van zijn blaadjes
sleurde hij zijn leven neer -
de wind die hem bespeeld had
week geschrokken uit
Eindelijk hadden we licht in de kamer
in dat licht keken we elkaar aan
en zagen ons onherstelbare gezicht