Het regende zon
die dag in het Noordstation
toen je naar me toekwam
we omhelsden elkaar
je zei dat je blij was
ik wist waar de bus
de 26 die ons zou voeren
langs het volk van Belleville
naar waar het beviel
de Rue des Pyrénées
waar ik ‘obrigado'
tegen de conciërge zei
waar je kon zetten je tas
en wassen je haar
en vragen wat nu
Het regende zon
die dag in het Noordstation
toen je naar me toekwam.
Je had een taak een adres
films over onderdrukte rassen
ver van Abbesses
maar onbedreigd te zien
in een culturele ruimte
ver van de rest
Court Saint-Louis
in die buurt moest je wezen
meteen na de lunch
in Popincourt het Elfde
je trok nieuwe schoenen aan
we liepen via Père-Lachaise
Het regende zon
die dag in het Noordstation
toen je naar me toekwam.
Later in straten
vol afbraak en gaten
in Ménilmontant
wou ik je wijzen
op de tand der tijden
en hoe ons hart desondanks
maar je kneep in mijn hand
en zei dat een ander
en dat de dingen nu eenmaal
Het regende zon
die dag in het Noordstation
toen je naar me toekwam.
Ach de blaren die dood zijn
de passen verstorven
alleen in mijn hoofd nog die deun.