Woorden stromen door de stegen,
zware zinnen die zweten,
zout als de zee die hij bemint.
De wereld trekt aan hem voorbij,
een theater van groteske pracht
waar waarheid en leugen zich mengen.
Hij schildert beelden van overdaad,
van het leven in in al zijn veeleisendheid,
en kijkt onverschrokken naar de afgrond.
Een dichter,een schrijver,
een minnaar van verhalen
die groter zijn dan wijzelf.
Genua ademt in zijn regels,
de chaos,het verlangen,
het onvermogen om stil te staan.
Zijn oeuvre is een spiegel,
een raadsel zonder oplossing,
een eindeloze zoektocht naar betekenis.
Hij schrijft omdat de wereld schreeuwt,
omdat schoonheid pijn doet,
omdat alleen taal standhoudt
in de storm van de tijd.