(voor David Meltzer)
1.
door de takken van
de dunne bomen van de tiende straat
wacht de blauwe lucht met mij &
ik wacht op god
(op een wit paard)
om te rijden
door de takken beneden
aan de oostkant
alvorens terug te keren
naar Cleveland
& en iets zegt mij
dat hij niet komt
2.
ik ben een volgeling van de levieten
ik heb mijzelf keltisch blauw
geschilderd
& ik voel mij bijna als
een vogelvrijverklaarde
de druïden geven mij soep
& denken dat ik een lama ben
al bijna zeven jaren
zoek ik naar god
& de paden zien er zo schraal
uit als de bomen van de tiende straat
ik ben een volgeling van de levieten
& en vorige week
noemde mij een fanatieke jood daarboven
een halfbloed
omdat mijn moeder een christen was
ik ben een volgeling van de levieten
& vorige week dacht een rabbijn
dat ik scherste omdat ik hem zei
dat ik geïnteresseerd was in het judaïsme
god ik denk dat jouw gevoel
voor humor maar triest is
& misschien voel jij je ook
een beetje een vogelvrijverklaarde
god het verwondert mij
hoeveel jaren de joden jou
nu al hebben verbannen
druk doende dat ze waren
met te overleven