'k Hoù niet van volbloeide roze,
Die heur hart heeft uitgezeid,
Die bij 't oop'nen
Van heur broze weelde,
D'éérste stervenstrane schreit.
'k Zie ze liever wachtend dragen,
Wat een knop niet openwoelt:
't Stil gesluimer
Van zó teêr verlangen,
Dat een and're roos het voelt...
Want, door elk geluk moet schreien,
Schemering van droefenis...
Als een liefde,
Die door bei geweten,
Nog onuitgesproken is...
Liefde, hou me lang verborgen
't Schroeien van uw pracht'ge gloed;
't Is de passie
van het zonne-zoenen,
Die een roze sterven doet...