Ik dank U voor drij rozen
uit lieve hand gekregen
drij rozen en... de tijd stond stil
van prinselijke poze
rond mij voorzichtig voor mijn leed
toen toog hij weer
gebarenbreed
ik stak de rozen aan mijn kleed.
En deed de wintermantel toe
hij was te zwaar gekozen
voor deze tedere levens en
de kroon viel van de rozen.
Toen ik de mantel opensloeg
zie hoe mijn vreugd nog enkel droeg
drij naakte harten goor en geel
maar hoog en op een trotse steel
lijk op de fiere stengel van
mijn hals d'ellende schoon zijn kan.
Zij groeten U nog vóór zij gaan
in de lâ der souvenieren
met de verrijkte glimlach van
die nimmer 't zomeren vieren.
Zij groeten U, die herten drij
en dat van mij, en dat van mij
verinnigd door gebroken gloor
die roos die vroeg heur kroon verloor
onder grof leed de logge pij
die mantel veel te zwaar voor mij.